zaterdag 18 november 2017

Spaarder verliest koopkracht. Zijn obligaties een goed alternatief?

In Belgiƫ staat ongeveer 260 miljard euro op de spaarboekjes. Belgen zijn verwoede spaarders, maar omdat de inflatie hoger is dan de vergoeding op deze spaarrekeningen betekent dit wel een verlies aan koopkracht.


De meeste grootbanken bieden nu voor de geldsommen die twaalf maanden op de rekening blijven 0.11% rente aan. In 2017 zal de gemiddelde inflatie uitkomen op iets meer dan 2%. Spaarders verliezen dus als groep 5 miljard euro.

Een verhoging van deze spaarrente zit er niet onmiddellijk aan te komen. De ECB koopt nog tot september 2018 obligaties op en pas "geruime" tijd na deze interventie heeft men gezegd de rente opnieuw te zullen verhogen.


Zijn er dan geen alternatieven. Ja, die zijn er, maar daar hoort ook een groter risico bij. Banken meldden al dat meer en meer klanten richting hun beleggingsfondsen overschakelen. Verwacht wordt dat deze trend zich zal doorzetten.

Wie niet te veel risico wil lopen, kijkt naar obligaties. In wat nu volgt, zullen we ons beperken tot deze beleggingscategorie.

Wat de staatsobligaties betreft, is er weinig reden om te dansen van het plezier. Een tienjarige Belgische overheidsobligatie brengt amper 0.6% bruto op. Ja, meer dan het spaarboekje, maar nog steeds een heel karig rendement om je geld tien jaar vast te zetten en wetende dat de inflatie in die periode veel meer zal bedragen dan de ontvangen rente.

De reden waarom wereldwijd, maar zeker in Europa, de rente zo laag staat, heeft alles te maken met de centrale banken. Om de economie en de inflatie hoger te duwen houdt men de basisrente laag en koopt men in grote pakketten obligaties op, waardoor de rente gedrukt wordt.

U kan een bijkomend rendement verwerven op je obligatie als de koers de hoogte ingaat en je dit verzilverd door de obligatie te verkopen. Het is maar zeer de vraag of de komende jaren de rente nog veel lager zal gaan. Dus het speculatief traden van een obligatie is erg risicovol en waarschijnlijk ook helemaal niet de reden waarom spaarders een overstap van de spaarboek naar een obligatie maken.

Een bedrijfsobligatie dan maar? De rente ligt er hoger, maar zeker voor de sterke bedrijven niet zo heel veel hoger. Op een lening van 5 jaar zit gemiddeld minder dan 1.5% rente. Trek je hier de roerende voorheffing van af, dan oog het plaatje opnieuw niet zo bijzonder mooi.
Bedenk wel dat je hiervoor wel een bijkomend risico dient te nemen, namelijk een bedrijfsrisico. Elk bedrijf kan in de problemen komen en wil je voor je spaargeld zekerheid, dan is ook deze stap weinig interessant, met uitzondering van grote portefeuilles die het risico echt over een vijftigtal ondernemingen kunnen spreiden. Een beleggingsfonds is hier een oplossing voor de kleine of particuliere belegger, maar bedenk wel dat, zeker bij de grootbanken, de beheerskosten een grote hap uit je rendement halen. Zeker bij lage rentes zoals nu, is zelfs een beheerskost van 1% veel. Vraag jouw bank naar de beheerskosten en vergelijk dit met de rente van de obligatieportefeuille die men in beheer heeft. Als deze rente met bijvoorbeeld 2.5% enigszins aantrekkelijk lijkt, maar er een beheerskost is van 1%, dan is het alsnog weinig aantrekkelijk om in te stappen.

Een obligatie in een andere munt dan maar. Een Amerikaanse staatsobligatie van tien jaar brengt momenteel 2.4% op. Beduidend meer dan hier in de Eurozone. Maar ook hier moet grondig nagedacht worden of deze overstap wel echt interessant is. Wie in dollar belegt, loopt een bijkomend muntrisico. Als de dollar gunstig beweegt, zit er een bijkomend rendement in, maar in het andere geval is een verlies ook mogelijk. Ook hier geldt dat dit niet echt een alternatief is voor de spaarder die het spaarboekje wil verlaten voor een wat hoger rendement, maar geen of amper bijkomend risico wil nemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten